Comité voor ouderen

Het comité is een verlengstuk dat naadloos past aan het takenpakket van de diaconie. Het werk van het comité wordt dan ook in nauw overleg met de diaconie verricht. Het comité valt dus onder de directe verantwoordelijkheid van de diaconie.

 

Het werk van het comité bestaat uit:

A.        het bezoeken van ouderen vanaf 67 jaar bij ziekte thuis, bij langdurige opname in het ziekenhuis of een andere instelling; 

B.        het bezoeken van alleengaanden met weinig familie en vrienden, weduwen en weduwnaars, eventueel met inschakeling van de wijkzorg;

C.        het bezoeken van ouderen vanaf 75 jaar bij verjaardagen en huwelijksjubilea;

D.        het meeleven bij overlijden en begrafenis (zo mogelijk ook aanwezig zijn bij de begrafenis);

E.        het organiseren van ouderenmiddagen met Kerst en Pasen, evenzo ook andere activiteiten als een wintermiddag en het jaarlijkse uitstapje;

F.         praktische hulp organiseren bij ziekte, moeilijke omstandigheden, verhuizing e.d., indien gewenst, in overleg met de diaconie en wijkzorg.

 

De leden van het comité zijn allen zusters van de gemeente.

Er is geen periodieke aftreding. Het aantal leden van het comité is bepaald op zeven. De leden verdelen hun taken onderling en hebben dit vastgelegd in een zgn. ‘taakomschrijving’.

 

Op basis van de gemeentelijke wijkindeling zijn drie wijkteams gevormd. Minimaal eenmaal per jaar heeft het comité overleg met de diaconie, meestal in november. Uiterlijk in de eerste helft van februari ontvangt de diaconie van het comité een jaarverslag en een financieel verslag.

 

Tijdens een bezoek zal het (informele) gesprek gaan over het ‘wel en wee’ van diegene die bezocht wordt. In het gesprek zal worden geprobeerd zich in te leven in zijn of haar omstandigheden, zo alleen kan men betrokkenheid tonen en tot een ‘steun en toeverlaat’ zijn.

 

Mocht men tijdens het comité-werk een probleem tegenkomen, dient dit met de andere comitéleden te worden besproken en moet getracht worden het probleem te verhelpen. Indien dit geen afdoende resultaat oplevert, dient het probleem aan de diaconie te worden voorgelegd.

 

Er wordt van comitéleden zwijgplicht verwacht van wat hen bij bezoeken vertrouwelijk ter kennis komt. Dit blijft ook gelden nadat men zich heeft teruggetrokken uit het comité.