Orgels

Inleiding

Het orgel is van oudsher hét instrument voor het begeleiden van de gemeentezang. Ook in de reformatorische kerken is dit niet meer zo vanzelfsprekend. Er is een kentering gaande, meestal als gevolg van de invoering van andere geestelijke liederen als gezangen en opwekkingsliederen. Onze gemeente heeft het in de afgelopen 100 jaar (nog) gehouden bij het kerkorgel. Het orgel geeft een extra dimensie aan de gemeentezang, maar ook aan de hele liturgie van de ‘traditionele’ eredienst. Als het gaat over het loven en het prijzen van de HEERE staat er geschreven in Psalm 150: ‘Looft God in Zijn Heiligdom, loof Hem met geschal van de bazuin, de luit, met de harp, de tamboerijn, met snarenspel, de fluit en cimbalen, ja alles wat adem heeft.’ Alle instrumenten moeten meewerken om God te loven en te prijzen. Het orgel omvat met zijn registers de meeste van (in die tijd) genoemde muziekinstrumenten. Het wordt onder de muziekinstrumenten zelfs een koninklijk instrument genoemd. Daarom: ‘Laat zich ’t orgel bovenal, bij het juichend vreugdgeschal, tot des HEEREN glorie paren’ (Psalm 150).

Het Spiering orgel

Onze nieuw gebouwde kerk werd op 18 december 1919 in gebruik genomen, echter nog zonder orgel. Er werd gebruik gemaakt van een harmonium, maar reeds in september 1920 was er al sprake van de aanschaf van een echt kerkorgel. Zo kwam men terecht bij orgelbouwer M. Spiering te Dordrecht. Middels gemeenteleningen werd een orgel aangeschaft voor 2.380 gulden. Het is er één van dertien in een dozijn, een echt ‘fabrieksorgel’. Het kreeg een plek op de galerij aan de straatzijde.

spieringorgel

Hoe de registersamenstelling is, staat nergens opgetekend. Gezien de orgels uit diezelfde periode door Spiering geplaatst, mogen we aannemen dat deze bestond uit zeven registers op het manuaal en één op het pedaal. De dispositie op het manuaal waren mogelijk praestant 8’, holpijp 8’, gamba 8, celeste 8’, octaaf 4’, fluit 4’ en gemshoorn 2’, en op het pedaal een praestant 8’ (c-d1). Het orgel werd geleverd met een garantie van 20 jaar op alle voorkomende gebreken en reparaties, kom daar tegenwoordig eens om. Het orgel werd in juni 1921 in gebruik genomen en in 1932 werd een tremulant ingebouwd. In 1951 werd nog even overwogen het orgel verder uit te breiden. Bij nadere inspectie bleek het in dermate slechte conditie te zijn en vergeven van houtworm dat herstel niet meer rendabel was. Dien ten gevolge werd in 1956 besloten te gaan sparen voor een nieuw orgel.

Het Pels & Zoon-orgel

Besloten werd het nieuwe orgel te plaatsen aan de andere kant van de kerkruimte boven de preekstoel. Dat vergde de nodige bouwkundige aanpassingen. Samen met het nieuwe orgel van B. Pels & Zoon te Alkmaar, kosten 23.000 gulden, kwam het geheel op een bedrag van 44.000 gulden. Het duurde nog een jaar (tot juni 1957) voordat hiermee een aanvang kon worden gemaakt.

Het orgel is een orgel van het type electro-pneumatische ontlaadsysteem met repetitieladen en bestaat uit 882 pijpen verdeeld over de volgende registers:  Hoofdwerk C-9”’,  Prestant 8’, Bourdon 8’, Octaaf 4’, Fluit 4’, Kwint 2,5’, Octaaf 2’, Mixtuur 3-5 sterk. Het Zwelwerk C-g’’’,  Salicionaal 8’, Roerfluit 8’, Open Fluit 4’, Fluit 2’, Sesquialter 2 sterk. Het Pedaal,  Subbas 16’, en Gedekt 8’.  Verder de koppelingen:  Ped. + Man.I, Ped.+ Man. II, Man.I + Man. II, Man.I + Man. II 16 en Man.II + Man.II 16.  Hierbij zijn de frontpijpen van zink en de andere pijpen van een legering met 30% tin of geheel van hout. Het orgel werd op 19 december 1957 middels een feestelijk programma in gebruik genomen.

Pelsorgel

De toenmalige predikant ds. D. Slagboom hield een korte meditatie en werd de avond gevuld met samenzang. Om te laten horen welke mogelijkheden dit orgel biedt, voor zowel voor de gemeentezang als ook voor klassieke stukken, werd door de toenmalige organist Kees Vellekoop een aantal orgelwerken ten gehore gebracht. De avond werd met samenzang afgesloten met de toepasselijke Psalm 138 vers 1, “k Zal met mijn ganse hart Uw eer, vermelden HEER’, U dank bewijzen… en U op hoge toon met Psalmen prijzen.” Het oude orgel op de galerij werd in april 1958 gesloopt.

Omstreeks 1974 werd nog voorgesteld een register in het orgel bij te plaatsen (kosten 3.000 gulden). Aanvankelijk werd dit door de kerkenraad gehonoreerd, echter bleken er nog meer wensen te zijn welke 13.000 gulden zouden gaan kosten. Dat was wat overvraagd en werd een beslissing uitgesteld. Van uitstel kwam uiteindelijk afstel.

In 1982 bleek het elektrische deel van het orgel veel te lijden heeft van de vochtige omgeving met als gevolg oxidatie op de contacten. Ook de windladen dienden vanwege luchtlekkage gerepareerd te worden, en was er sprake van ‘hangende contacten’. De herstelkosten werden geschat op 31.000 gulden. De reparatie vond niet plaats en werden de problemen door de organisten zelf provisorisch opgelost.

In 1989 bleek het toch noodzakelijk het elektrische gedeelte te vervangen samen met een aantal pijpen. De totale kosten werden geschat op 50.000 gulden, echter ook nu weer werd het herstel op de lange baan geschoven.

In 1995 moest het er toch van komen en werd voor een algehele renovatie van het orgel door Pels & van Leeuwen een offerte uitgebracht van 109.000 gulden! Dat bracht de commissie ertoe om meerdere offertes aan te vragen bij diverse orgelbouwers.

Het Fonteijn & Gaal-orgel

Orgelbouw H.B. Scheuerman te Rotterdam meldde zich eveneens om vrijblijvend een offerte uit te mogen uitbrengen. Daar werd positief op gereageerd en komt met het voorstel het orgel te vervangen door een aan hem aangeboden orgel van de Chr. Geref. Kerk van Utrecht-Noord. Het renoveren van dat orgel, het overplaatsen en het intoneren bood hij aan voor een bedrag van 50.800 gulden, exclusief de aankoop van het orgel (20.000 gulden). Wel vraagt hij van de orgelcommissie om hand- en spandiensten te verrichten bij de demontage en de montage van het orgel alsmede bij de demontage van het Pels-orgel. Dit had de commissie, gezien het enthousiasme over de aankoop, er wel voor over. Een zeer aantrekkelijk voorstel zeker gezien de kwaliteit van het aangeboden Fonteijn & Gaal-orgel met bijna een verdubbeling van het aantal registers. Zo wordt op 29 januari 1996 het contract met Orgelbouw H.B. Scheuerman getekend. In twee dagen tijd werd door Scheuerman en een aantal vrijwilligers het orgel gedemonteerd en overgebracht naar de kerk. De windladen gingen voor renovatie naar de werkplaats van Scheuerman in Rotterdam. Het oude Pels-orgel werd verkocht voor 5.000 gulden en getransporteerd naar Canada voor de The Reformed Church te Langley. De bestaande orgelruimte in de kerk moest, gezien de omvang van het nieuwe orgel, worden aangepast en vergroot. Het huidige orgelfront werd vanwege esthetische redenen gehandhaafd. De uiteindelijke totale kosten waren, inclusief de bouwkundige aanpassingen, 83.000 gulden.

Op 30 augustus 1996 werd het orgel officieel in gebruik genomen met korte orgelbespelingen van de organisten en een technische toelichting van de orgelcommissie. De avond werd afgesloten met Psalm 98 vers 1 en 3: “Doet bij uw harp de psalmen horen, uw juichstem geev’ den HEERE dank! Laat klinken door uw tempelkoren trompetten en bazuingeklank”.  Een waardig slot van een mooie en vreugdevolle avond.

 Fonteijn&Gaal orgel

Gegevens orgel

Dit Fonteijn & Gaal-orgel, gebouwd in 1964, komt oorspronkelijk uit de Chr. Geref. Kerk van Sliedrecht-Centrum en is later overgeplaatst naar de Chr. Geref. Eben-Haëzerkerk te Utrecht-Noord. Na de samenvoeging van de kerkelijke gemeenten Utrecht-Noord en Utrecht-West wordt het kerkgebouw van Utrecht-Noord overbodig en gesloopt. Zo komt dit orgel beschikbaar.

Het orgel werd aangekocht door de Chr. Geref. Kerk te ’s-Gravenzande voor 20.000 gulden, waarna het in 1996 door Orgelbouw H. B. Scheuerman te Rotterdam gerenoveerd en herplaatst wordt in de Chr. Geref. Maranatha-kerk te ’s-Gravenzande. Hierbij is een volledige her-intonatie uitgevoerd en zijn enkele kleine dispositiewijzigingen aangebracht.

Het was de wens van de kerkelijke gemeente om het oorspronkelijke front, behorende bij het Pels-orgel, te behouden. Daarom is het orgelfront uit de kerk van Utrecht komen te vervallen en is de huidige situatie ontstaan. In het front staan (deels) ‘sprekende prestantpijpen’ uit het vorige Pels-orgel.

Dispositie orgel

Hoofdwerk:  Quintadena 16’,  Prestant 8’,  Roerfluit 8’,  Octaaf 4’, Gedekt Fluit 4’, Quint 2 2/3’, Octaaf 2’, Cornet (5 st.), Mixtuur (4-5 st.), Trompet 8’

Zwelwerk:   Hoornprestant 8’, Holpijp 8’, Vox Celeste (2st), Prestant 4’, Speelfluit 4’, Nasard 2 2/3’, Flageolet 2’, Sesquialter (2 st.), Scherp (3st.), Hobo 8’

Pedaal:  Subbas 16’, Gedekt 8’,  Prestant 8’,  Octaaf 4’, Bazuin 16’, Trombone 8’, Trompet 4’

Koppels:  Ped. + I,  Ped. + II,  I + II sub,  I + II,  I + II super,  II + II sub          

Speelhulpen:  Vrije combinatie, Autom. Pedaal, 4 vaste combinaties, Tremulant I, Tremulant II, Zweltrede

Het register 1 1/3 Kwint is in mei 1997 alsnog vervangen voor een 2 2/3 Nasard. In 2011 zijn membranen vervangen van het zwel- en hoofdwerk. Tevens werd de Mixtuur opnieuw geïntoneerd.

Besluit

Dit is het verhaal van ruim 100 jaar kerkgeschiedenis over onze orgels. Ook in die zin heeft de Heere ons geholpen: met de financiering, met alle inspanningen die gepleegd zijn, met het vrijwilligerswerk, maar zeker ook met de vakbekwame organisten die in het verleden de gemeente hebben gediend en nog dienen. Daar zijn we oprecht dankbaar voor. We besluiten dit hoofdstuk met een toepasselijke strofe uit Psalm 150 berijmd,

“Laat zich ’t orgel overal, bij het juichend vreugdgeschal, tot des HEEREN glorie paren!”

Gedenkboek

Voor meer informatie over de kerk, predikanten gebouw en verenigingsleven zie het herdenkingsboek “VAN REHOBOTH NAAR MARANATHA” Het betreft 100 jaar (kerk)geschiedenis (1916-2016) van de Christelijke Gereformeerde Kerk te ’s-Gravenzande. Het is een (gebonden) uitgave uit 2016, deels in kleurendruk, telt 255 pagina’s afm. 25 x 17 cm.  en is te bestellen via acbruin@caiway.nl. Kosten opgehaald 9,95 euro, via de post 15 euro.