Kerk en pastorie

Inleiding

Dit hoofdstuk gaat met name over de stoffelijke zaken rond de kerk als gebouw en pastorie. Uiteraard ontkom je er niet aan om het een en ander in het perspectief te zien van het kerkelijk leven van die tijd, zij het summier. Aan het onderwerp “orgels” is elders op de website een apart hoofdstuk gewijd.

Voor uitgebreidere informatie over de kerk, predikanten, gebouw en verenigingsleven zie hiervoor het herdenkingsboek “VAN REHOBOTH NAAR MARANATHA”, een uitgave betreffende 100 jaar geschiedenis (1916-2016) van de Christelijke Gereformeerde Kerk te ’s-Gravenzande. Het is een (gebonden) uitgave uit 2016, met veel foto’s deels in kleurendruk, afm. 25 x 17 cm. Het telt 255 pagina’s. Het boek is te bestellen via acbruin@caiway.nl. tegen een gereduceerde prijs opgehaald 9,95 euro, via de post 15 euro.

Het Begin (1916)

Een handjevol verontruste gereformeerden konden het niet meer vinden in de toenmalige Gereformeerde Kerk. De prediking van zonde en genade werd uitgehold en kreeg de algemene verzoeningsleer meer ingang. Toen verontrusten in ’s-Gravenzande rond 1915/1916 samenkwamen, was er uiteraard geen kerkgebouw, dominee en maar zeer beperkte financiële middelen. De verontrusten waren, algemeen genomen, minder draagkrachtige lieden, dus was het behelpen als het ging over goed en geld.

1916

Het was de periode van de eerste wereldoorlog 1914/1916. Nederland was geen partij en stelde zich neutraal op. Zo werden we gevrijwaard van oorlogshandelingen. Maar dit betekende wel dat er een mobilisatie aan de gang was voor het geval het er toch van zou komen. Een zekere soldaat Van Leeuwen die gelegerd was in ’s-Gravenzande en die zeer begaan was met de ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerk, kwam in contact met de verontrusten. Hij nam het voortouw, belegde diensten bij de mensen thuis en ging daarin soms ook voor.

De diensten trokken weer andere verontrusten aan, zodat ze moesten uitwijken naar een grotere locatie. Die werd gevonden in het voormalig veilinggebouw van ‘De Spaansche Vloot’ aan de Achterweg in ’s-Gravenzande.

De eerste ledenvergadering vond plaats op 19 april 1916. Er werden uit hun midden twee ouderlingen en een diaken gekozen en benoemd en werden de ambtsbroeders bevestigd door een predikant van elders. Hierbij was de instituering van de Christelijke Gereformeerde Kerk in ’s-Gravenzande een feit.

Periode 1916-1919

Een preekstoel werd aangeschaft samen met andere kerkelijke attributen als avondmaalstel, doopvont, knielbank en een harmonium. In september 1916 was het ledental al gegroeid naar 31 belijdende- en 37 doopleden. 

Amper een jaar na de instituering werd al overwogen een eigen predikant te beroepen en werd alvast omgezien naar de aankoop van een pastorie. In augustus 1917 werd een koopovereenkomst gesloten voor een woning aan de Monsterseweg voor de prijs van 3.500 gulden. Aan de woning moest nog wel het een en ander gebeuren. Zo werd ‘een partij planken aangeschaft tot betimmering van de slaapkamer der pastorie, tevens zal onderzocht worden welke kosten gemoeid zijn om elektrisch-licht aan te leggen’(!) Ook viel het besluit ‘tot vrijwaren van verlies tegen verbranding van de pastorie niet de toevlucht te nemen tot een menschelijke instelling als waarborg’.

Dominee Driessen werd beroepen en nam in september 1917 het beroep aan. Uit het tijdig aankopen van de pastorie bleek de vooruitziende blik van de jonge gemeente.

Ondanks dat het ledental aanwies, was de predikant een grote kostenpost. De vrijgevigheid was groot. In maart 1918 was het ledental al gegroeid naar 87 belijdende- en 167 doopleden. Inkomsten werden onder meer gevonden in het besluit plaatsengeld te gaan innen.

Blijkbaar voldeed de pastorie niet echt, want er gingen stemmen op deze weer te verkopen en een nieuwe te laten bouwen. De nieuwe pastorie zou dan moeten worden voorzien van een catechisatielokaal die dringend nodig is gezien het aantal jongeren.

Gezien de toeloop van nieuwe leden en de krappe behuizing van het voormalig veilinggebouw, werd algauw de noodzaak gevoeld van een eigen kerkgebouw. Zo werd grond aangekocht aan de Monsterseweg, genoeg voor een kerk en een pastorie. Men ging voortvarend te werk, er werd een bouwcommissie benoemd en een architect ingeschakeld voor het maken van een bestek en een begroting. Door gemeenteleden werden hoopvolle financiële toezeggingen gedaan.

In september 1918 kwam de hiervoor ingestelde bouwcommissie op de kerkenraad met een bestek en een tekening en een aannemer om het plan toe te lichten. De kosten voor de kerk en pastorie was begroot op 43.000 gulden, met de grond en inventaris samen een bedrag van 60.000 gulden. De kerkenraad vond dat dit de draagkracht van de gemeente te boven ging. Het bouwplan werd verder vereenvoudigd en begroot op 40.000 gulden, compleet met grond, pastorie en inventaris, echter ‘exclusief elektrisch-licht’. Op 2 december 1918 kwam de grond in bezit en op 24 februari 1919 viel het besluit tot het definitief maken van bestek en tekeningen. Er vonden besprekingen plaats met de bank en gemeenteleden werden benaderd voor interne leningen ‘tegen matige renten’.

De pastorie werd weer verkocht en aan aannemer Bender uit Den Haag werd de bouw van de kerk en pastorie gegund voor een bedrag van 28.229 gulden exclusief het verfwerk, loodgieterswerk, smidswerk, elektrische-verlichting en kerkbanken. Die onderdelen werden apart aanbesteed.

Onder grote belangstelling werd, naar aanleiding van Jes. 56 vers 7, “want Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken”, door dominee Driessen op 3 juli 1919 de eerste steen gelegd. Dit plechtige moment werd ‘door fotografieën aan de vergetelheid ontrukt’, zo staat in de notulen geschreven. De kerkenraad was ingenomen met de ‘goedgulligheid’ van de gemeenteleden. Er werd een schoonmaakster en een ‘deurwachter‘ aangesteld en de  zitplaatsen werden verhuurd, ‘de duurste voor en de achterste tegen lagere prijzen’. De dag van ingebruikname werd vastgesteld op 18 december 1919.

De feestelijke ingebruikname vond plaats ‘onder zeer grote belangstelling en tot blijdschap van heel de gemeente’. Ds. Driessen sprak over ‘de grote daden Gods op ’s-Gravenzande’. In zijn meditatie wees hij op Psalm 126 vers 3, “De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.” De ingebruikname werd door diverse predikanten en genodigden bijgewoond, waaronder twee wethouders van de gemeente ’s-Gravenzande. Op 19 januari werd de eerste kerkenraadsvergadering gehouden in de consistorie en werd teruggezien op een enerverende periode in de ontstaansgeschiedenis van de kerk. Na de ingebruikname van kerk en pastorie kwam men in een wat rustiger vaarwater.

Periode 1920-1940

Er is echter al gauw sprake van de aanschaf van een nieuw kerkorgel (zie hiervoor het hoofdstuk op de site over orgels). Medio 1921 werd een kerkorgel aangeschaft, geleverd door orgelbouwer M. Spiering uit Dordrecht en kreeg plaats op de galerij. Dan komen de klachten. Kostenbesparingen eisen al snel hun tol. Zo bleken de banken niet echt lekker te zitten. Met betrekking tot de verwarming is een betere kachel nodig. In die tijd was het gebruikelijk dat, als enige verwarming, de (kolen)kachel in de kerkzaal stond. Vanwege aanhoudende klachten werd alsnog besloten de kerk te voorzien van centrale verwarming. Voor de kerk een extra kostenpost. De rente voor het hiervoor geleende bedrag werd gedekt door het plaatsengeld te verhogen met 2 kwartjes tot 1 gulden per jaar. ‘Niemand kan er toch op tegen zijn om voor één gulden warm te zitten?’

1930

Door de grote toename van gemeenteleden was de kerk al snel te klein. Omstreeks 1925 was het ledental gegroeid naar 500 doop- en belijdende leden. Alles werd in het werk gesteld om meer zitplaatsen te creëren door stoelen bij te plaatsen, de banken krapper te zetten en de overgebleven ruimte op de orgelgalerij in gebruik te nemen. Echter, de galerij trok jongelui aan en dat gaf veel gedoe. Zo werd besloten de jongelui niet meer op de galerij toe te laten. Er zijn indertijd nog een aantal plannen gemaakt om de kerk verder uit te breiden maar vanwege de kosten bleef het bij plannen.

1930

 

De verenigingen waren aangewezen op de (te kleine) consistorie en een achterzaaltje. Bij hoge uitzondering mocht de kerkzaal worden gebruikt want ‘s winters viel het niet mee de lokaliteiten verwarmd te krijgen. De kerk kan het grote aantal leden (625) nauwelijks nog bergen. Het werd dan ook als zeer storend ervaren dat gehuurde plaatsen niet bezet werden. Er was zelfs een wachtlijst voor vrijkomende plaatsen.

Periode 1941-1965

1958

Op woensdag 28 mei 1941 werd een herdenkingsdienst gehouden vanwege het feit dat de Chr. Geref. gemeente van ’s-Gravenzande 25 jaar geleden werd geïnstitueerd. Zo weinig als er in de verslagen vermeld staat over de aanvang van de tweede wereldoorlog, net zo weinig tot niets staat in de analen vermeld over de bevrijding op 5 mei 1945. Het dagelijkse bestaan en het kerkenwerk hernam na vijf bezettingsjaren hun gewone loop. Financieel ging het wat beter en kreeg de kerk een opknapbeurt.
 

Het Spiering-kerkorgel bleek (na 35 jaar) in slechte conditie te zijn en werd in 1955 besloten een nieuw orgel aan te schaffen en het boven de preekstoel te plaatsen. Dat vergde een flinke aanpassing van het kerkgebouw. De kosten van de verbouwing werden begroot op 21.000 gulden en de aanschaf van een nieuw orgel op 23.000 gulden. Op 19 december 1957 werd het ‘Pels & Zoon-orgel’ feestelijk in gebruik genomen. Het oude orgel werd gesloopt en de galerij geheel geschikt gemaakt voor zitplaatsen.
1950

Begin 1962 kwam het voorstel toch maar weer eens de mogelijkheid te onderzoeken voor nieuwbouw vanwege een chronisch gebrek aan zitplaatsen maar ook omdat het dak aan alle kanten lekte en omvangrijk herstel nodig was. Uiteindelijk is het bij plannen gebleven. Nieuwbouw zou minstens 500.000 gulden kosten en een mogelijke uitbreiding 250.000 gulden. Het lekkende dak kon echter geen uitstel meer lijden.
De dakgoten waren slecht en de pannen dienden vervangen te worden. Verder moest het dak ‘voorzien worden van dakbeschot’. Uit deze mededeling blijkt dat onder de pannen geen dakbeschot aanwezig was dus dat men boven het (verlaagde) plafond gewoon de pannen kon zien liggen! De de pastorie werd van centrale verwarming te voorzien. Hiervoor werd bij twee verschillende bedrijven een offerte aangevraagd. Die kwamen respectievelijk uit op 7.700 en 7.900 gulden. Aan de duurste werd de opdracht gegund ‘omdat de ander katholiek is’(!).

1964

Door de jaren heen is er ook een chronisch gebrek aan verenigingsruimte. Een onhoudbare situatie. De gemeente telde in 1965, 613 leden waarvan 269 belijdend en 344 doopleden, waarvan het overgrote deel jeugd.

Periode 1966-1981

In 1970 komt een pand aan de overkant van de kerk (Monsterseweg 1) te koop te staan en is na de nodige aanpassingen geschikt te maken als verenigingsruimte en werd aangekocht voor 56.100 gulden. De verbouwing zelf kostte 80.000 gulden. Na ruim een jaar is de officiële opening op 15 oktober 1971. Pas in 1972 kreeg het verenigingsgebouw haar naam “Trefpunt”. Het verenigingswerk bloeit hierdoor weer op. Van de ruimte werd gretig gebruikgemaakt door verenigingen, diverse jongerenclubs, de crèche, de zondagsschool en diverse andere activiteiten.

In 1975 werden serieuze plannen gesmeed om het kerkinterieur rigoureus aan te pakken. Bij de opknapbeurt wordt aanvankelijk alleen gedacht aan vervanging van de 50 jaar oude onprettig zittende kerkbanken en van het sterk verouderde houten portaal bij de ingang. Bij nadere beschouwing bleek dat ook de kansel aan vervanging toe was, en dat de muren opnieuw gestukt moesten worden. De muren kregen een waterdichte laag waarover nieuw stukadoorswerk werd aangebracht. Door de nieuwe bankopstelling moest ook het buizennetwerk van de vloerverwarming worden aangepast. De kosten werden aanvankelijk begroot op 150.000 gulden.

De restauratie van het inwendige van de kerk zou zes weken gaan duren. Met de Hervormde gemeente van ’s-Gravenzande waren afspraken gemaakt om in de Dorpskerk tijdelijk onze diensten te houden. De korte periode van zes weken vergde een grondige voorbereiding en een zeer strakke planning en is het nodig rekening te houden met tegenslagen die zich tijdens de werkzaamheden zouden kunnen voordoen. Gebreken die aan het licht zouden kunnen komen dienden eveneens direct aangepakt te worden.

Op 11 augustus 1975 werd begonnen met de restauratie. Het interieur ging bestaan uit hardhouten banken van Irokohout, de kansel en het overige houtwerk van eikenhout. De vloer werd voorzien van tapijt en de muren opnieuw gestukadoord en gesaust. Het nieuwe metselwerk van de garderobe en de muur achter de kansel werd in schoonwerk worden uitgevoerd. Door onvoorzien meerwerk liepen de extra kosten op tot wel 88.000 gulden! De totale kosten zouden uiteindelijk 238.000 gulden bedragen. Op 3 oktober 1975 werd de kerk opnieuw feestelijk in gebruik genomen. Tijdens ‘open huis’ kregen belangstellenden de gelegenheid de gerenoveerde kerk te bezichtigen.

Periode 1982-1990

In maart 1982 stond de renovatie van de pastorie voor de deur. Was bij de komst van dominee de Graaf alleen het inwendige gedaan, nu werd het uitwendige van de pastorie grootscheeps aangepakt. Alle buitenkozijnen, ramen en deuren werden vervangen door hardhout en dubbel glas. De buitenbalustrades en de dakkapellen werden vernieuwd. Het platte deel van het dak geïsoleerd en voorzien van nieuwe dakbedekking en de schuine vlakken van nieuwe pannen. De totale kosten voor pastorie, inclusief nieuwe pannen op de orgelzolder van de kerk bedroeg 112.500 gulden.

En nog is het leed niet geleden. In mei 1982 krijgt een aannemersbedrijf opdracht onderzoek te doen naar de oorzaak van de na reparatie steeds terugkerende horizontale scheuren in de zijgevel van de kerk aan de plantsoenzijde. In vervolg hierop wordt een adviesbureau gevraagd het technisch onderzoek verder ter hand te nemen en rapport uit te brengen. Uit het rapport blijkt dat bij het ontwerp van de kerk in 1919 in de kapconstructie fouten zijn gemaakt. De belasting van het dak wordt niet goed overgebracht op de gevels. De gevel wordt hierdoor naar buiten gedrukt met kans op instorting, bijvoorbeeld ingeval het dak extra belast wordt door sneeuw of storm.

Januari 1983. De opgedane kennis leidde ertoe zo snel mogelijk plannen te ontwikkelen om de situatie afdoende te herstellen. Het was niet verantwoord de situatie te laten voortduren ‘omdat het dak het al 60 jaar gehouden heeft’. Men moet er niet aan denken dat het dak zou instorten tijdens een kerkdienst. Om de situatie te elimineren diende de gevel versterkt te worden. Het lag voor de hand om een nieuw gedeelte tegen de kerk te bouwen als steun voor de zijgevel. Zo ontstond het plan om tegen de zij- en achterkant van de kerk een uitbouw te maken met twee functies: ten eerste als steun en ten tweede als zijzaal ter vergroting van de kerkzaal. De uitbreiding van de kerkzaal door de zijzaal zou dan middels een vouwwand tevens te gebruiken zijn als multifunctionele ruimte voor vergaderingen. Samen met een nieuwe keuken en toiletten is dan alles onder één dak. Functioneler kan het niet. De kosten werden geraamd op 200.000 gulden. Tijdens de uitwerking van het ontwerp werd alsnog besloten de zijzaal te onder-kelderen. De extra kosten hiervoor werden geraamd op 80.000 gulden.

Het verenigingsgebouw het Trefpunt ging in de verkoop en werd opdracht verleend voor de aanbouw van de kerk voor een bedrag van 338.000 gulden. Om kosten te sparen is door de commissie van beheer de bestektekening verder uitgewerkt tot bouwtekeningen en toezicht gevoerd. Tijdens de bouw zal voor een aantal zondagen  uitgeweken worden naar de Hervormde Dorpskerk.

Op 7 november 1983 werd de bouwvergunning verleend en op 15 november nam de bouw een aanvang. Om de kelder te kunnen bouwen werd vlak langs de kerkmuur aan de buitenkant een damwand aangebracht. Tijdens het inbrengen en bij het uitgraven van de bouwput traden er zettingen op die het toch noodzakelijk maakten de kerk alsnog buiten gebruik te stellen en eerder dan gepland over te stappen naar de Dorpskerk. De bouw verliep daarna voorspoedig, op schema en binnen de begroting. De definitieve kosten bedroegen uiteindelijk 343.000 gulden. De kelder werd geheel door vrijwilligers in eigen beheer afgebouwd en ingericht. Bij de bouw zijn als meerwerk ook de gevels van de kerk en pastorie chemisch gereinigd, opnieuw gevoegd en geïmpregneerd, kosten: 28.500 gulden.

De kerk werd op 29 juni 1984 tijdens een feestelijke avond in gebruik genomen. Medewerking werd verleend door onze predikant dominee de Graaf met een korte meditatie uit Openb. 22 vers 12 t/m 21 en 1 Kor. 16 vers 22 t/m 24. Tevens was er een diapresentatie met uitleg over de bouw en zangkoor ‘De Lofzang’ zong nog enkele toepasselijke liederen. Tijdens de avond is de naam van de kerk officieel onthuld als ‘MARANATHA KERK’.

Periode 1991-2006         

Vrijdag 19 april 1991 werd in de kerk een herdenkingsdienst gehouden ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Chr. Geref. Kerk te ’s-Gravenzande. Onze predikant, Ds. W. Kok, mediteerde over het thema ‘Van Rehoboth naar Maranatha’. Het koor De Lofzang gaf haar medewerking en zong onder andere het lied ‘van Rehoboth naar Maranatha’ dat ds. Kok speciaal voor deze gelegenheid had geschreven. Al met al voor de gemeente een fijne en een gezegende avond.

Begin 1995 is er sprake van het Pels & Zoon-kerkorgel te laten restaureren. De verdere ontwikkelingen zijn te lezen in het hoofdstuk over de orgels op deze site. Uiteindelijk is het orgel vervangen door een orgel dat op 30 augustus 1996 feestelijk in gebruik werd genomen.

Er brak een vacante periode aan van 3 jaar. Omdat we dan nog niet wisten hoe lang dit zal gaan duren werd, nu de pastorie toch leeg was, alvast begonnen met renoveren. Dit werd rigoureus aangepakt. Toiletten vernieuwd. Vloeren, binnendeuren worden vervangen in de stijl van de pastorie. Een open haard nieuwe keuken, dakbedekking en isolatie. De garage in de tuin werd gesloopt en een nieuwe berging gemetseld. De binnenplaats kreeg nieuwe bestrating en plantenborders. Het overgrote deel van de werkzaamheden werd in eigen beheer door gemeenteleden uitgevoerd. De studeerkamer op de eerste verdieping van de pastorie werd verplaatst naar de consistorie en werd achter de bestaande consistorie een nieuwe consistorie gebouwd. Bij elkaar een gouden greep. De kosten bedroegen 100.000 euro. Op zaterdag 18 augustus 2007 was het ‘open huis’ om de gereedgekomen pastorie te bewonderen.

Periode 2007-heden

Bijna gelijktijdig met de renovatie van de pastorie en de bouw van de nieuwe consistorie was er een probleem met de kerkvloer. Een derde deel van de houten kerkvloer bleek verrot. Dit moest nodig hersteld worden wilden we niet op enig moment door de vloer zakken. De geraamde kosten bedroegen 17.000 euro. Besloten werd dit in eigen beheer te doen. De klus moest wel binnen zes dagen geklaard worden, anders hadden we op zondag een probleem. Met een strak werkschema werd de klus geklaard binnen de gestelde tijd. Een prestatie van formaat waar iedereen versteld van stond. En de kosten? 3.500 euro!

In juli 2007 kwam er een schrijven van de gemeente Westland (’s-Gravenzande was onderdeel geworden van de gemeente Westland) dat, na inventarisatie door de gemeente, de kerk samen met nog 170 andere objecten, op de (voorlopige) gemeentelijke monumentenlijst is gezet en in 2009 is het kerkgebouw, samen met de pastorie, door de gemeente Westland definitief aangewezen als gemeentelijk monument. Hierbij zijn de volgende criteria gehanteerd:

monument

Cultuurhistorisch:  De kerk is van cultuurhistorisch belang als uitgangspunt van een religieuze ontwikkeling in de gemeente Westland en neemt in de bebouwing van het centrum van ’s-Gravenzande een bijzondere plaats in. Bijzonder in dit verband zijn de stichtingssteen (eerstesteenlegging) en de hardstenen gevelsteen met de tekst ‘CHR. GEREF. KERK’.

 

Architectuurhistorisch: De architectuurhistorische waarde is niet onbelangrijk aangezien er kenmerken van neogotiek in het gebouw te herkennen zijn. Deze zijn vrij gaaf en karakteristiek voor die periode.

Bijzonder zijn:

  • De (gietijzeren) spitsboog- en rondvensters met de diverse vormen van roedeverdeling;
  • Het enkelvoudige zadeldak, de vorm van het plafond en de betimmering, alsmede de ondersteuning van het plafond met houten muurstijlen (rustend op consoles) met korbelen;
  • Het metselwerk met felrode bakstenen versieringen, de twee felrode bakstenen sierbanden, de felrode rollaag rond het roosvenster en de meervoudige taps inkragende gemetselde rondboog om het entreeportaal.

monument2

De consequentie van deze classificatie van het kerkgebouw is dat niet zonder overleg en toestemming van de gemeente gesleuteld mag worden aan het karakter van het gebouw. De andere kant is dat we bij noodzakelijk herstel een financieel beroep kunnen doen op een restauratiefonds voor instandhouding van het monument. Bij de hoofdingang is aan de gevel een schildje bevestigd dat duidt op de benoeming tot ‘gemeentelijk monument’.

In 2010 werd de keuken van de kerk vernieuwd en vergroot. Tevens werd in de vloer van de zijzaal vloerverwarming aangebracht, van tegels voorzien en de toiletten vernieuwd. De kosten (21.500 euro) waren ook nu weer zeer beperkt door het vele vrijwilligerswerk.

Naar aanleiding van het 100-jarig bestaan werd op vrijdag 22 april 2016 een herdenkingsdienst gehouden welke werd geleid door onze oud-predikant dominee H. de Graaf. In deze dienst werd ook het gedenkboek “VAN REHOBOTH NAAR MARANATHA” gepresenteerd. Op zaterdag 23 april werd een gemeentedag ter gelegenheid van het afscheid van Ds. Agterhof gehouden met aansluitend een buffet in het gebouw ‘De Kiem’.

voorzijde

In januari 2017 werden we verblijd met de komst van een nieuwe predikant Ds. A. Voorwinden met zijn gezin. Gezien de kwaliteit van onderhoud van de pastorie was op een aantal kleine zaken na het niet nodig de pastorie ‘onderhanden’ te nemen.

achterzijde

Aan het inwendige van de kerkzaal was sinds de renovatie in 1974 niet veel meer gedaan en zag er wat gedateerd uit. Na het maken van plannen is in 2016 gefaseerd begonnen met een algehele opknapbeurt. De muren van de kerk en zijzaal werden gestukadoord, alles opnieuw geschilderd in frisse kleuren, nieuwe vloerbedekking, verwarmingselementen en verlichting. Gereed in najaar 2018. Totale kosten bedroegen ca. 50.000 euro. Ook hiervan werd veel in eigen beheer uitgevoerd.

 

Tenslotte

Tijdens het schrijven van de hoofdstukken over de geschiedenis van de bouw van de kerk en pastorie en de vele inspanningen die zijn gepleegd ten aanzien van al het onderhoud dat in de afgelopen honderd jaar heeft plaatsgevonden, kwam Psalm 127 in gedachten, met de tekst: “Als de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden eraan, en als de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.”

2744

Er is in de afgelopen jaren wat afgezwoegd, maar welk huis wordt hier bedoeld? Dat kunnen we zelf zijn, immers ons lichaam is een tempel van de Heilige Geest, dus eigenlijk een huis van God. Zijn we er alleen maar voor ons zelf, dan wordt Zijn huis niet gebouwd. Als God niet het fundament van ons leven is, dan houdt ons huis geen stand, dan stort het in zoals dat huis dat op zand gebouwd is. Je kan het huis en de stad ook zien als de kerk, in geestelijk opzicht, maar ook in natuurlijke zin. Tevergeefs is het als de kerkenraad, commissies, gemeenteleden en vrijwilligers zwoegen om het huis (de kerk) te bouwen en te onderhouden als de HEERE er niet bij betrokken is, en zelf geen plaats krijgt in het gemeenteleven.

In den beginne, honderd jaar geleden, was er een klein groepje mensen dat onder aanroeping van de zegen van de HEERE het plan vatte een Christelijke Gereformeerde Kerk te stichten. Hoe dit door de jaren zou uitpakken wisten zij niet. Alleen wisten zij, dat dit niet zou gaan zonder de zegen van de HEERE. En daar rekenden zij op in het vaste vertrouwen dat Hij het zal waarmaken.

Binnen drie jaar na de instituering stond er een kerkgebouw. De gemeente groeide en het kerkgebouw was na een paar jaar alweer te klein. Wat is er in de afgelopen tijd niet afgezwoegd om de kerk, pastorie, en verenigingsruimten in dienst van de Heere te blijven houden, om zo de gemeente te dienen, te bouwen én te behouden. Dan past ons alleen maar dank. Dank aan Hem die dit alles mogelijk gemaakt heeft. Want de HEERE heeft ruimte gemaakt voor onze voet…., al een eeuw lang. Dat geeft moed voor nu én de toekomst!